Nieuws

Praat mee! Bent u al mantelzorger?

Het kan bijna niet anders of het antwoord op deze vraag is ‘ja’. Iedereen is wel een buurman of vrouw, ouder, vriend(in), kind van iemand en dan wordt er van u verwacht dat u, als dat nodig is, gaat  mantelzorgen. Vanaf 1 januari 2015 treedt namelijk de decentralisatie in werking. Gemeentes nemen zorgtaken over van het Rijk en zullen een beroep doen  op de directe omgeving om zorg te verlenen aan ouderen, mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking of kinderen in de knel.  In onze participatiemaatschappij wordt er vanuit gegaan dat we allemaal de handen uit de mouwen gaan steken. Maar onderzoek toont aan dat mantelzorg al twee maal zo vaak door vrouwen wordt gedaan en dat betekent dat die handen vooral uit damesmouwen komen.  Daar komt nog bij dat de bezuinigingen waarmee de decentralisatie gepaard gaat zal leiden tot ontslagen in de zorg. Daar werken vooral vrouwen, meestal in deeltijd. De gemeenten zullen hen graag ontvangen als vrijwilligers waardoor ze hetzelfde werk gaan doen, maar nu onbetaald.

Tegelijk met deze ontwikkelingen stimuleert de overheid vrouwen om economisch zelfstandig te zijn en dus betaald te werken. Hoe kun je dit rijmen met de aankomende maatregelen? Mantelzorgen  in combinatie met een baan is moeilijk en zwaar. De druk op vrouwen zal toenemen.

De Nederlandse Vrouwen Raad is gestart met een onderzoek naar de effecten van de  decentralisatie van de WMO, de jeugdzorg en de Participatiewet op de (arbeids) positie van vrouwen.  Annelies Vethman is aangesteld als projectleider. “Het lijkt wel of er niet gekeken is hoe verschillend deze drie wetten uitpakken voor mannen of vrouwen. Dat is jammer want nu moet er op 403 verschillende plaatsen- namelijk in elke gemeente apart- worden nagedacht over die ‘gender’ vraag.”

Er zullen praktische oplossingen gevonden moeten worden om de zorg eerlijker te verdelen over mannen en vrouwen. Dat is dan weer een voordeel. Daar zijn vrouwen goed in! En het ZVP zal daar in 2015 ook weer aandacht aan besteden in hun activiteiten.